Ieder kind moet de zorg en aandacht krijgen die het nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. Een aai over de bol of een gesprek omdat het verdrietig is. Extra ondersteuning omdat het de sommen moeilijk vindt. Of een compliment omdat het iets gedaan heeft waarvoor het zichzelf heeft moeten overwinnen. De basis voor onze leerlingenzorg ligt in de wijze waarop wij binnen onze school werken. De Kracht van 8 speelt hierbij een belangrijke rol, evenals de verschillende instructies die wij kinderen aanbieden.
Wij gaan er bovendien van uit dat de combinatie van gestructureerd onderwijs en leren door te ervaren en te doen voor de meeste kinderen een ideale mix oplevert. Alle kinderen krijgen de ondersteuning die zij nodig hebben van de eigen leerkracht en in de eigen groep.
De leerlingondersteuning betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling en in dit verband ook het gebruik maken van expertise van externe organisaties.
Leerlingondersteuning en sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO)
Kindcentrum Het Festival hanteert t.a.v. SEO de volgende drie
uitgangspunten: het bevorderen van het zelfvertrouwen en de sociale weerbaarheid, het leren omgaan met gevoelens, wensen en opvattingen van jezelf en anderen en het ontwikkelen van sociale vaardigheden (kerndoelen Stichting Leerplanontwikkeling – SLO -).
Om zich goed te kunnen ontwikkelen, moeten kinderen goed in hun vel zitten en zich prettig voelen in de klas. Alle leerkrachten houden daarom in de gaten of een kind vriendjes en vriendinnetjes heeft. Hoe het zich in de groep gedraagt en of het goed kan samenwerken. Het is van belang om de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen te volgen. Tweemaal per jaar wordt hiervoor gebruik gemaakt van het pedagogisch leerlingvolgsysteem “Zien!”. Vanaf groep 5 vullen leerlingen ieder jaar een vragenlijst in. De uitkomsten laten bijvoorbeeld zien of een leerling zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld heeft, zich veilig voelt in de klas en het gevoel heeft dat hij erbij hoort. Tevens worden de onderwijsbehoeften van het kind besproken en versterken kindgesprekken de relatie tussen leerling en leerkracht. In de loop van het schooljaar is er tijdens themaweken speciale aandacht voor bepaalde thema’s: pesten, respect, digislim en voor de groepen 1/2 giraffentaal.
De wijze waarop wij binnen onze school met elkaar omgaan, voorkomt in hoge mate dat kinderen elkaar pesten. Mocht dit toch gebeuren, dan voeren wij daarover in de eerste plaats een gesprek met de betrokken kinderen. Wij voeren bovendien met de hele klas een gesprek over het effect van pesten en bijvoorbeeld het gevoel dat je er niet bij hoort. De Kracht van 8 speelt ook hierbij een belangrijke rol. We vinden het belangrijk om in het Kindcentrum een positief, pedagogisch klimaat te creëren en te onderhouden. Met Verbindende Communicatie (voorheen Geweldloze Communicatie) wordt al bij de jongste kinderen de
basis gelegd. In samenhang met De Kracht van 8 wordt zo een solide basis gelegd voor een klimaat waarin ieder kind gezien en
gewaardeerd wordt. Op het gebied van sociaal-emotionele
ontwikkeling worden de leerkrachten ondersteund door de specialisten gedrag.
Binnen de dagopvang 0-4 jarigen, de peuterspeelzaal en de voor- en naschoolse opvang wordt eveneens gewerkt volgens de uitgangspunten van de Kracht van 8. In combinatie met vaste (stam) groepen en eigen pedagogische medewerkers biedt dit kinderen de veiligheid zichzelf te kunnen zijn en zich te kunnen ontwikkelen.
Het meten van de ontwikkeling
Om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van onze leerlingen, meten wij met enige regelmaat hun vorderingen. Wij doen dit met behulp van de tussentijdse toetsen van Cito. Bij de kleuters nemen wij geen toetsen af en gebruiken we onze zelf ontwikkelde ‘Leerlijn jonge kind’. Vanaf groep 3 worden de leerlingen getoetst op de gebieden rekenen, spelling, lezen, begrijpend lezen en woordenschat. Het meten van vorderingen biedt ons de kans om vroegtijdig problemen te signaleren. Zijn er uitvallers, dan zoekt de leerkracht uit waar de hiaten zitten en speelt hierop in met een herhaling van de leerstof of bijvoorbeeld een andere vorm van instructie.
Het meten van vorderingen is ook een goed middel om te zien of een leerling onder zijn of haar niveau werkt. Alle leerlingen worden elk najaar gescreend op (hoog) begaafdheid. Kinderen die extra uitdaging nodig hebben, krijgen meer uitdagende oefeningen en hoeven de leerstof minder vaak te herhalen. Is dit niet genoeg, dan is het ook mogelijk om te versnellen en bijvoorbeeld een groep over te slaan.
Bij de dagopvang 0-4 jarigen en de peuterspeelzaal worden de kinderen gevolgd d.m.v. het KindVolgSysteem (KVS). Hiermee wordt, totdat de kinderen naar de basisschool gaan, de ontwikkeling op alle gebieden gevolgd. Ieder kind heeft een eigen KVS-map. Een van de pedagogisch medewerkers is de mentor van het kind. Jaarlijks worden de ouders door de mentor uitgenodigd voor een gesprek om de ontwikkeling van hun kind te bespreken. In het geval dat er zorgen zijn m.b.t. de ontwikkeling, bestaat de mogelijkheid Kinderopvang-plus van Travers in te schakelen. Zij bieden ondersteuning en begeleiding bij opvoedingsvragen, zowel in de thuissituatie als bij de dagopvang of peuterspeelzaal.
Da Vinci-klas
Kinderen die voor dit aanbod in aanmerking komen, dienen op de Citotoetsen Rekenen en Begrijpend Lezen structureel een hoge niveau I score halen (niveauwaarde 4.5). De intern begeleider, de specialist hoogbegaafdheid en de groepsleerkracht bepalen samen of er bij deze kinderen sprake is van een behoefte aan meer uitdaging of dat de leerling al voldoende uitdaging heeft aan het werk in de klas. Kinderen die in de Da Vinci-klas geplaatst worden, krijgen één keer per week les van de specialist hoogbegaafdheid. Leerlingen van groep 3 kunnen na januari instromen in de Da Vinci-klas.
Cnopius klassen
Voor leerlingen uit de groepen 5 t/m 8, bij wie hoogbegaafdheid is vastgesteld d.m.v. een intelligentietoets, bestaat de mogelijkheid deel te nemen aan een bovenschoolse lesvoorziening, die speciaal voor hen is ingericht. Wekelijks ontmoeten zij ontwikkelingsgelijken van andere scholen. Ze ontvangen een verrijkend lesaanbod en leren omgaan met hun hoogbegaafdheid. Gespecialiseerde leerkrachten nemen een groep een dagdeel per week onder hun hoede.
Hulp van anderen
Soms heeft een leerling problemen die een andere aanpak vragen. Wij kunnen dan Intraverte, GGD, Connect- logopedie of het Dienstencentrum van OOZ vragen om te onderzoeken wat de oorzaak van de problemen is. Het advies dat deze organisatie geeft, wordt uiteraard met de ouders van de betrokken leerling besproken.
De gezondheid van uw kind Medewerkers van de GGD onderzoeken in groep 2 het spraakvermogen en het gehoor- en gezichtsvermogen van uw kind. Zit uw kind in deze groep, dan krijgt u bovendien een uitnodiging voor een gesprek met een verpleegkundige of arts over de gezondheid van uw kind. De schoolverpleegkundige meet in groep 7 de lengte van uw kind en vraagt u ook om van te voren een vragenlijst over zijn of haar gezondheid in te vullen. U kunt daarbij ook of onderzoek. aangeven of u prijs stelt op een gesprek. Tevens wordt er, in groep 2, een logopedische screening afgenomen.
De schoolverpleegkundige houdt maandelijks een ochtend zitting in het schoolgebouw. Het eerste half uur is bestemd voor een inloopspreekuur. De rest van de morgen is gereserveerd voor het spreekuur op afspraak.
Passend onderwijs
Het zogenoemde “rugzakje” voor kinderen die extra ondersteuning behoeven bestaat niet meer. Sinds enkele jaren geldt voor de scholen een zorgplicht. Dat betekent dat zij kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een passend onderwijsprogramma en begeleiding bieden. Dat betekent ook dat de aanmeldingsprocedure op passend onderwijs is afgestemd. Zie voor deze procedure elders in deze gids. Basisscholen zijn wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat ook kinderen met leer- en gedragsproblemen zoveel mogelijk naar de gewone basisschool
kunnen gaan. Om dit te realiseren, moeten basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs met elkaar samenwerken op het gebied van leerlingondersteuning. Wij maken deel uit van het Samenwerkingsverband De Stroming, dat op zijn beurt weer bij een regionaal Samenwerkingsverband is aangesloten.
Het samenwerkingsverband (SWV) krijgt de gelden die voorheen via het rugzakje naar de scholen gingen. Scholen en SWV maken samen afspraken over de bekostiging van de extra ondersteuning op de verschillende scholen. De scholen voor speciaal onderwijs uit het samenwerkingsverband bieden, indien nodig, ambulante begeleiding voor leerlingen met een speciaal ondersteuningsarrangement. Zij kunnen bovendien deskundig advies geven met betrekking tot de hulp die een leerling nodig heeft.
In principe is een kind met een handicap van harte welkom op onze school. Onze school zal echter steeds bij de aanmelding van iedere individuele leerling bekijken of deze leerling al dan niet geplaatst kan worden op onze school. Per geval wordt bekeken of onze school het gewenste ondersteuningsarrangement kan bieden.
De grenzen liggen wat ons betreft bij:
- Kinderen die de veiligheid van andere kinderen in gevaar brengen.
- Kinderen die het leerproces van andere kinderen ernstig verstoren.
- Kinderen die zoveel extra verzorging of behandeling nodig hebben dat dit ten koste van andere kinderen gaat.
- Kinderen die zodanig gespecialiseerde ondersteuning of behandeling behoeven dat dit binnen onze school niet te realiseren valt.
Samenwerkingsverband 2305 Primair Onderwijs
Hieronder vindt u de link naar het eerste jaarverslag van het Samenwerkingsverband 2305PO, waar Openbaar Onderwijs Zwolle en dus ook Het Festival onder valt.
Schoolondersteuningsprofiel
In het kader van passend onderwijs geven scholen aan op welk gebied zij specifieke expertise kunnen inzetten om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de ontwikkelingsbehoeften van kinderen. Het Festival beschikt in dit verband over beleid met betrekking tot meer- en hoogbegaafde leerlingen. Voor meer informatie verwijzen wij naar de website van onze school.
Overzicht zorgactiviteiten.
Extra aandacht was er voor kinderen met een eigen leerweg, voor kinderen met dyslexie, voor kinderen met een sociale- of emotionele problematiek, voor kinderen die begaafd zijn. Een aantal van hen kreeg begeleiding en ondersteuning van externe deskundigen. Consultatie van de leerkracht, ouders en de intern begeleider met de orthopedagoog van het Dienstencentrum OOZ en met de Preventief Ambulante Begeleider over specifieke zorgactiviteiten vond regelmatig plaats.