IKC Het Festival

leren

Leren

Wij willen kinderen de kans geven om optimaal tot leren te komen en zoveel mogelijk te leren. Wij vinden bovendien dat ze niet alleen moeten leren rekenen, lezen en schrijven, maar ook de kans moeten krijgen om zich op kunstzinnig, motorisch, sportief of technisch gebied te ontwikkelen. Ieder kind moet daarbij ook de kans krijgen de eigen interesses te volgen, te ontdekken waar zijn of haar bezieling ligt en waar hij of zij goed in is.

Gestructureerd, effectief en op maat leren

Vanaf groep 3 werken alle kinderen iedere ochtend aan de vakken rekenen, technisch en begrijpend lezen, taal en schrijven. Zij krijgen daarbij instructie op maat. Iedere instructie gaat uit van een andere manier van leren. Daarna gaan de kinderen zelfstandig aan de slag. Oefenen en herhalen staan daarbij centraal, evenals maatwerk. Kinderen die meer aankunnen, maken extra uitdagende opdrachten en oefenen de leerstof minder vaak. Kinderen die moeite hebben met de leerstof maken meer oefeningen om de kennis te verwerven en op te slaan.

Wij zetten in de groepen 3 tot en met 8 voor de verschillende vakgebieden de volgende methodes in:

  • Lezen: Veilig leren lezen
  • Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip XL
  • Rekenen: Wizwijs
  • Schrijven: Pennenstreken
  • Taal: Taal op Maat en Spelling op Maat
  • Engels: Take it easy

In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met een jaarplanning op het gebied van rekenen en aanvankelijk lezen. Spelenderwijs komen alle tussendoelen aan de orde. De activiteiten zijn gerelateerd aan een thema en worden aangeboden aan een klein groepje kinderen. Zodoende kunnen wij optimaal rekening houden met de onderlinge verschillen tussen kinderen. Spelen, bewegen en plezier in het leren staan voorop in de kleutergroepen. Uitgangspunt is in alle gevallen dat kinderen vooral de eigen wensen en behoeften kunnen volgen.

Het is de taak van de leerkracht om te kijken waar ieder kind mee bezig is en wat het nodig heeft om zich te ontwikkelen.

Zelfstandig werken

zorg-op-maatZelfstandig werken loopt als een rode draad door onze school. Kinderen zijn niet gelijk. Ieder kind heeft zijn eigen kenmerken en kwaliteiten. Onderwijs is in de loop der jaren steeds meer maatwerk geworden. Dat komt omdat kinderen in het algemeen meer zorg vragen. Bovendien worden de specifieke problemen steeds beter herkend. Bij ons op school willen we inspelen op de talenten van het individuele kind, maar willen we de verschillen niet benadrukken. Inspelen op capaciteiten van de kinderen komt voort uit het adaptief onderwijs.

Zo kennen we bijvoorbeeld de instructietafel, waar een kleine groep kinderen extra aandacht krijgt, als de rest zelfstandig werkt. Om dit alles organisatorisch mogelijk te maken hebben we schoolbreed per dag een uur zelfstandig werken op het programma staan. Op een taakkaart staat wat de kinderen per dag (lagere groepen), per twee dagen (middengroepen) of per week (hoogste groepen) zelfstandig of in samenwerking moeten doen. De leerkracht heeft dan op de momenten ‘van uitgestelde aandacht’ de handen vrij om extra aandacht te geven.

ZWING-model

Binnen het zelfstandig werken hanteren we het zogeheten ZWING-model (Zelfstandig Werken In Niveau Groepen). Dit model kent drie niveaus: ZWING-1, -2 en -3. In ZWING-1 werken de kinderen die moeite hebben met een bepaald vak, in ZWING-2 de kinderen die normaal mee kunnen komen en in ZWING-3 de kinderen die wat meer aankunnen. De groepen 1 tot en met 3 werken met een planbord, waarop de kinderen zelf kunnen aangeven op welke dag zij een bepaalde opdracht willen doen.